Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Onder het motto ‘Nederland Duurzaam Vernieuwen’ presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op 6 september zijn tweejaarlijkse Balans van de Leefomgeving. Zowel het klimaat- als het landbouwbeleid zijn in een beslissende fase beland, zo concludeert het PBL. De opgaven voor de leefomgeving blijven groot. Nederland kent een te hoge uitstoot van broeikasgassen om aan de klimaatdoelstellingen te kunnen voldoen, delen van de landbouw lopen hard tegen maatschappelijke en ecologische grenzen aan en de biodiversiteit staat sterk onder druk. Er moet nú worden doorgepakt.

Ondanks de grote opgaven is de kwaliteit van onze leefomgeving volgens het PBL de afgelopen decennia op vele fronten verbeterd. De lucht en het water zijn schoner geworden, er is volop aanbod van veilig en goedkoop voedsel, de energiezuinigheid van woningen is verbeterd en het wegennet is fijnmaziger en veiliger geworden. Tegelijkertijd zijn er nog steeds hardnekkige opgaven. Wat deze opgaven verbindt is de noodzaak om Nederland duurzaam te vernieuwen.

Klimaatopgave en verdeling van lusten en lasten

De klimaatopgave is helder. Er zijn ambitieuze doelen gesteld. Nederland werkt inmiddels hard aan een nationaal klimaatakkoord. Bij de discussie over dit akkoord blijkt dat de opgaven stevig zijn en worden de pijnpunten zichtbaar. Om alle woningen in 2050  aardgasvrij te maken moeten we bijvoorbeeld in de periode 2030-2040 een tempo gaan halen van 270.000 tot 360.000 woningen per jaar, afhankelijk van hoe snel de aanpak op gang komt. Investeren in transities kost geld en daarmee ligt ook de lastenverdeling tussen burgers, bedrijfsleven, overheid, koplopers en achterblijvers als discussiepunt op de onderhandelingstafel. Zo zullen maatregelen als het beprijzen van energiegebruik en strengere normen voor de energieprestaties van huizen niet moeten leiden tot te sterk toenemende lastenverschillen tussen huishoudens. Bijvoorbeeld omdat mensen toevallig in een oud huis wonen of in een wijk waar het gas eerder wordt afgesloten dan in andere wijken. Klimaatbeleid kan bovendien op meer maatschappelijk draagvlak rekenen als dit tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving van mensen verbetert en bijdraagt aan bredere maatschappelijke opgaven zoals een betere gezondheid en een mooier landschap.

Naar een ander landbouw- en voedselsysteem

De milieudruk van landbouw op natuur en water blijft te hoog. Tegelijkertijd is de landbouw een belangrijke speler in de oplossing van klimaatopgaven. Net als op energiegebied is ook in het landbouw- en voedselsysteem een ingrijpende verandering nodig om de langetermijndoelen van het klimaat-, milieu- en natuurbeleid te halen. Over de gewenste toekomst van het landbouw- en voedselsysteem zijn de meningen nog verdeeld, net als over de daarbij na te streven doelen. Die doelen staan bovendien vaak op gespannen voet met elkaar, zoals het verduurzamen van productie en consumptie, toonaangevende speler willen blijven op de wereldmarkt en een gezond economisch toekomstsperspectief voor boeren. Voor veel boeren is het moeilijk om de koers van hun bedrijfsvoering te veranderen door hun beperkte macht in de productieketen, eerder gemaakte bedrijfskeuzes en de financiële lasten van leningen. Politiek en beleid zullen in samenspraak met boerenorganisaties, ketenpartners en maatschappelijke partijen tot een gemeenschappelijke ontwikkelrichting moeten komen. Zo niet, dan zullen incidenten zoals bijvoorbeeld fipronileieren de boventoon blijven voeren.

Een circulaire economie is meer dan recycling

Het wereldwijde gebruik van grondstoffen is de afgelopen eeuw verachtvoudigd en blijft toenemen. Inkomensgroei en de toename van de bevolking zijn hiervan de belangrijkste oorzaken. Dit leidt tot een grotere milieudruk (zoals broeikasgasemissies en plasticsoep) en tot risico’s voor de leveringszekerheid van cruciale grondstoffen, ook in Nederland. Naar verwachting zet deze trend in de komende decennia door. De huidige milieuschade in Nederland is geraamd op 31 miljard euro per jaar. Nederland behoort met ruim 80 procent recycling al jaren tot de kopgroep van Europese landen. De inzet van secundair materiaal in de Nederlandse economie bedraagt evenwel maar 8 procent. Dit grote verschil wordt deels verklaard doordat veel materialen fysiek zijn ‘opgeslagen’ in producten met een lange gebruiksduur, zoals gebouwen en auto’s. De in deze goederen opgeslagen grondstoffen en materialen vormen een voorraad in de economie die pas na verloop van tijd vrijkomt voor hergebruik en recycling. Vooralsnog gebruikt Nederland echter veel meer grondstoffen dan er als recyclaat beschikbaar komt.

Een circulaire economie vraagt om een kabinetsbrede aanpak. Het bevorderen van een circulaire economie vergt immers niet alleen afvalbeleid, maar bijvoorbeeld ook beleid(saanpassingen) voor fiscale vergroening, het verduurzamen van de internationale handel, en het stimuleren van milieusparende innovaties. Het kabinet heeft aangegeven te willen inzetten op tien doorsnijdende thema’s, zoals het beprijzen van milieuschade, circulair ontwerpen, circulair inkopen, het opheffen van belemmerende regelgeving en producentenverantwoordelijkheid.

De transitie naar een circulaire economie zal ook tot nieuwe problemen leiden. Een voorbeeld hiervan is de wens fossiele grondstoffen en grondstoffen waarvan de aanvoer onzeker is (zogenoemde kritieke grondstoffen) te vervangen door onder andere biomassa. De vraag naar biomassa neemt inmiddels snel toe. Zo is biomassa niet alleen gewild als basis voor bijvoorbeeld chemische producten en bouwmaterialen, maar ook als duurzame energiebron en om te voorzien in de toenemende mondiale voedselvraag. Door al deze claims op biomassa dreigt (verdergaande) overexploitatie van de natuur, zoals uitputting en erosie van bodems.


Klik hier om de Balans 2018 te downloaden, evenals de pdf's over respectievelijk landbouw en voedsel, woningmarkt, bereikbaarheid, natuur, en circulaire economie.

Nadere informatie: Petra van Egmond, PBL, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.