Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Een recent gepubliceerd artikel, ‘Does it pay for cities to be green?’, toont aan dat steden die milieuverbeteringen realiseren meer buitenlandse investeringen aantrekken. De onderzoekers bestudeerden steden van verschillende grootte over een periode van 7 jaar. De resultaten zijn van groot belang voor overheid en bedrijfsleven, met name met het oog op toenemende verstedelijking en zorgen over leefbaarheid en duurzaamheid.

Er is steeds meer internationale aandacht voor de cruciale rol van steden bij het bereiken van duurzaamheid. Een van de 17 ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties is ook gericht op duurzame steden. Op dit moment woont al de helft van de wereldbevolking in een stad, en naar verwachting wordt dat aandeel in de komende decennia alleen maar hoger. Steden hebben een grote invloed op vervuiling van lucht, water en bodem, het beslag op schaarse hulpbronnen, en de leefbaarheid van zeer velen. De bekende politicoloog Benjamin Barber benadrukte de voorbeeldfunctie en de effectiviteit van steden en hun burgemeesters bij het aanpakken van grote maatschappelijke problemen, in vergelijking met ‘haperende staten’.

De onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam bestudeerden de aanpak door steden van twee grote milieuproblemen, te weten vervuiling van lucht en water. Als steden het voortouw nemen bij het verbeteren van luchtkwaliteit en afvalwaterbeheer heeft dit positieve gevolgen voor het milieu en de inwoners, maar het is de vraag of het ook economisch voordelig is. Milieuverontreiniging wordt namelijk doorgaans gekoppeld aan de mate waarin steden zijn geïndustrialiseerd, wat suggereert dat dit de ‘prijs’ is die steden, met name in opkomende economieën, moeten betalen voor economische groei. Daarnaast is er een langlopend debat over de ‘pollution havens’ hypothese, die stelt dat internationale bedrijven juist vestigingsplaatsen zoeken met lage milieunormen, in een ‘race to the bottom’. Dit veronderstelt dat streng milieubeleid investeerders zou afschrikken.

Het onlangs gepubliceerde onderzoek bekeek het verband tussen de milieuverbeteringen in steden en de omvang van hun buitenlandse directe investeringen (BDI), om zo inzicht te geven in de vraag of duurzaamheid loont. De onderzoekers gebruikten hiervoor een systematische dataset van 185 Chinese steden van verschillende grootte over een periode van zeven jaar, met informatie over luchtvervuiling en afvalwaterbeheer. Het onderzoek toont aan dat betere luchtkwaliteit en meer afvalwaterbehandeling verband houdt met hogere BDI. Steden worden dus inderdaad beloond voor duurzaamheid. De omvang van dit effect is bovendien aanzienlijk. Als steden bijvoorbeeld, onder gelijkblijvende omstandigheden, in plaats van een laag, een hoog aantal dagen met goede luchtkwaliteit hebben, gaat de verwachte instroom van BDI als percentage van het bruto nationaal product van 2.3 naar 2.65 (zie afbeelding). Concreet betekent dit voor een stad met de omvang van Shanghai een bedrag van $1 miljard aan extra BDI per jaar. Op vergelijkbare wijze zou, in het geval van betere afvalwaterbehandeling, een stad als Peking op een toename van ongeveer $750 miljoen per jaar kunnen rekenen.

Figuur 1: Het verband tussen luchtkwaliteit en buitenlandse directe investeringen

De onderzoekers geven twee redenen voor de gevonden verbanden. Multinationals vestigen zich liever in duurzamere steden om te voldoen aan de verwachtingen en voorkeuren van hun medewerkers. Vooral luchtvervuiling heeft zeer negatieve gevolgen voor het fysiek en geestelijk welbevinden. Luchtkwaliteit speelt ook een belangrijke rol in de waardering van expats voor vestigingsplaatsen. De keus om te investeren in duurzamere steden kan bedrijven eveneens helpen om hun reputatie te verbeteren en maatschappelijke betrokkenheid te tonen. En met name bij afvalwaterbeheer kan vooroplopen hen ook een concurrentievoordeel geven of kosten besparen.

Het onderzoek toont aan dat duurzamere steden aantrekkelijker zijn voor buitenlandse investeerders en dat er sprake is van een ‘race naar de top’ en niet van een ‘race naar beneden’. Het loont dus ook in economisch opzicht voor steden om zich aan te sluiten bij de voorhoede, want bedrijven doen dat ook. Deze bevindingen zijn van groot belang voor beleidsmakers, die naast het stellen van strenge eisen en het zelf nemen van maatregelen, ook inwoners en bedrijven binnen hun stedelijk gebied tot milieuvriendelijker gedrag kunnen aansporen via subsidies of het aanbieden van bijvoorbeeld duurzamere alternatieven. Tot slot, hoewel de studie over China ging, met als voordelen een grote variëteit en veel steden alsmede lokale beleidsruimte op milieugebied, betreft het in algemene zin een centraal aangestuurde economie met overheidsbemoeienis op alle niveaus. De resultaten zijn echter breder toepasbaar, ook in andere landen waar lokale overheden voldoende beleidsvrijheid hebben. Het onderzoek sluit daarmee aan bij een bredere discussie over de noodzaak tot strengere en directere beleidsinterventies, ook in markteconomieën, gezien de ernst en urgentie van de milieuproblematiek.


Voor het volledige onderzoek, zie https://link.springer.com/article/10.1057/s42214-018-00017-2

Voor meer informatie: Prof.dr. Ans Kolk: www.anskolk.eu; Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.