Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Buck Consultants International ontwikkelde in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een methodiek om effecten van de invoering van Zero Emissie (ZE) zones voor stadslogistiek in Nederlandse steden op gestructureerde wijze in beeld te brengen. De resultaten zijn veelbelovend: investeren in een ZE zone voor stadslogistiek leidt tot substantiële maatschappelijke baten op het gebied van klimaat en luchtkwaliteit. Bovendien sluit de ZE zone goed aan bij lokale ambities om de leefbaarheid in stadscentra en wijken te verbeteren met een aantrekkelijk verblijfsklimaat voor bewoners, bezoekers en winkelend publiek. Het draagvlak voor het investeren in ZE zones is hiermee vergroot. Zaak is nu om de juiste stappen te zetten om van ‘rekenen’ naar beleidsmaatregelen te komen.

In het Klimaatakkoord hebben Rijk en gemeenten afgesproken om vanaf 2025 in 30 tot 40 steden middelgrote ZE zones voor stadslogistiek in te voeren. De invoering betekent dat een deel van de stad vanaf 2025 in principe alleen nog toegankelijk is voor bestel- en vrachtauto’s die geen uitlaatemissies uitstoten (bijvoorbeeld: batterij-elektrisch of waterstof). Deze afspraak is bedoeld om de transitie naar schone en duurzame mobiliteit te versnellen, en moet een substantiële bijdrage leveren (1,0 miljoen ton) aan de CO2-reductieopgave van 7,3 miljoen ton in 2030 binnen de sector mobiliteit.

Inzicht in effecten bij succesvolle implementatie van belang

Er zijn bij belanghebbenden veel vragen over de effecten van een Zero Emissie zones voor stadslogistiek. Het zoeken naar antwoorden op deze vragen helpt bij besluitvorming over invoering van een dergelijke zone in de stad.

Figuur 1: Selectie vragen van belanghebbenden bij invoering Zero Emissie zone

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Buck Consultants International (BCI) samen met RoyalHaskoningDHV (RHDHV) de effecten integraal in beeld gebracht. De studie richtte zich op vier typen steden met een variatie in de grootte van de beoogde zone (centrum versus centrum & omliggende woonwijken) en in de omvang van de stadslogistiek in volumes (grote versus kleine omvang). Deze typen komen voor een belangrijk deel overeen met de diversiteit binnen de grotere Nederlandse (G40-)gemeenten.
Gekozen is voor een effectstudie volgens de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) systematiek. De MKBA is een integrale effectenanalyse waarin de brede maatschappelijke kosten en baten van een investering kwantitatief en kwalitatief in beeld worden gebracht. De onderwerpen die in de integrale effectstudie zijn meegenomen zijn in het onderstaande schema weergegeven.

Figuur 2: Onderwerpen die zijn meegenomen in integrale effectstudie (Bron: BCI/RHDHV, 2019)

Resultaten wijzen op een positief maatschappelijk rendement

De effectstudie toont aan dat investeren in een Zero Emissie zone leidt tot belangrijke maatschappelijke baten op het gebied van klimaat en luchtkwaliteit (en daarmee gezondheid) die versneld gerealiseerd kunnen worden, omdat klimaat- en milieuwinst eerder gerealiseerd kunnen worden met een Zero Emissie zone. De maatschappelijke baten wegen op tegen de investeringen van gemeenten en bedrijven. Er is sprake van een positief maatschappelijk rendement. Dit geldt met name als gemeenten kiezen voor invoering van middelgrote zones (centrum en omliggende woonwijken), zoals die in het Klimaatakkoord zijn afgesproken. Dit komt omdat de kosten van invoering van een Zero Emissie zone grotendeels gebiedsonafhankelijk (vast) zijn, terwijl de maatschappelijke baten oplopen naarmate er meer ritten emissievrij worden uitgevoerd. Alle uitkomsten van de effectanalyse zijn in Tabel 1 samengevat.

Tabel 1: Overzicht van uitkomsten effectanalyse (in Contante Waarde, C.W.)

De inzet van schonere voertuigen leidt niet alleen tot een gezondere leefomgeving, maar ook tot een prettiger verblijf in de stad. Dit biedt kansen om meer bezoekers aan te trekken en om bezoekers te verleiden langer in de binnenstad te verblijven. Ook ontstaat er met een Zero Emissie zone meer potentie en urgentie voor het gebruik van innovatieve logistieke concepten zoals microhubs, stadsdistributiehubs, deelauto’s, bundeling of de inzet van slimme combinaties van vrachtfietsen en lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVV). Deze innovatieve logistieke concepten dragen bij aan bundeling van goederenstromen en leiden tot minder voertuigbewegingen. Schoon én slim dus.

Bij de resultaten gelden twee belangrijke kanttekeningen. Er is een wezenlijke impact te verwachten op de belastinginkomsten van het Rijk, die mogelijk ontstaat door accijnsderving bij ongewijzigd fiscaal beleid. Daarnaast zijn investeringskosten voor het bedrijfsleven gebaseerd op de ontwikkeling van de totale gebruikskosten van emissievrije voertuigen: total cost of ownership (TCO). De TCO gaat uit van gemiddelde waarden en gebruiksprofielen en is daarmee geen individuele businesscase voor een ondernemer. Met een gevoeligheidsanalyse is ingegaan op de betekenis van een ongunstige TCO-ontwikkeling voor ondernemers: dat had een nadelig effect op het saldo.

Zero Emissie zone sluit goed aan bij lokale ambities gemeenten

Met behulp van de ontwikkelde landelijke gestandaardiseerde methode heeft BCI voor verschillende steden in 2020 op gemeentelijke schaal effectstudies uitgevoerd. De effectstudie van BCI wordt dan in een bredere aanpak naar de haalbaarheid van ZE zones toegepast. De methode wordt gebruikt om een afweging te kunnen maken tussen verschillende geografische varianten en om met de omgeving op basis van feiten en data het gesprek aan te gaan.

Bij toepassing voor individuele gemeenten valt op dat er voldoende omvang in volumes aanwezig is om te komen tot betekenisvolle resultaten op het gebied van milieu en klimaat, ook in verhouding tot de investeringen. Er is daarom in diverse steden volop energie om de uitdaging aan te gaan, bij de gemeente én bij ondernemers uit de stad die kansen zien. Veelal leiden de inzichten die BCI levert met de effectstudies ook tot meer bereidheid bij gemeenten om een grotere omvang van de zone te overwegen. Dat is positief nieuws om te komen tot de jaarlijks benodigde 1 miljoen ton CO2-besparing in 2030.

Hoe nu verder?

Figuur 4: Voorbeeld van roadmap met succesfactoren naar ZE stadslogistiek

 

Het uitvoeren van een effectstudie helpt om effecten gestructureerd in beeld te brengen. Dit voedt de discussie over voor- en nadelen van de invoering van de Zero Emissie zone, zorgt voor draagvlak en geldt als onderlegger voor politiek-bestuurlijke besluitvorming in steden.

Door de Corona-uitbraak lijkt de wereld nu even stil te staan. Maar één ding is zeker: na (en zelfs ook tijdens) deze periode zullen producten geleverd moeten blijven worden aan consumenten en bedrijven in het stedelijk gebied, via winkels of direct aan huis. De druk op de stedelijke distributie is groot en de urgentie om de uitstoot van broeikasgassen (CO2) en schadelijke stoffen (o.a. stikstofoxiden en fijnstof) terug te brengen neemt verder toe. Het draagvlak voor investeren in Zero Emissie zones is vergroot. Belangrijk is wel om de juiste stappen te zetten om de kansen ook daadwerkelijk te verzilveren. In de door BCI ontwikkelde roadmap verduurzaming stedelijke distributie is met behulp van acht kritische succesfactoren – en rekening houdend met verschillende overheidsrollen - een aanpak ontwikkeld om de resultaten ook binnen afzienbare tijd te kunnen oogsten.


Het rapport is gepubliceerd op Nul-emissiezone-Stadslogistiek-2025-Kosten-en-Baten
Meer informatie over de studie of over de roadmap via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 06-51667784.  

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat