Exact één week na de Dutch Environmental and Resource Economics Day vond op vrijdag 9 februari ook de Belgian Environmental Economics Day plaats. Niet in Utrecht, maar wel in Antwerpen. Niet de derde editie, maar wel de zeventiende editie. En hoewel de naam van beide evenementen al duidelijk een geografische focus suggereert blijken er toch wat gelijkenissen. In beide landen probeert de organisatie immers een laagdrempelig netwerk-event te organiseren waar ook volop kansen worden geboden aan jonge milieueconomen om hun werk in de kijker te plaatsen.
Bovendien zijn er ook milieueconomen die zowel het Nederlandse als het Belgische evenement bijwonen. Zo ook Marije Schaafsma (VU Amsterdam), die zelfs als spreker op beide programma’s stond geprogrammeerd. In Utrecht begeleidde Marije nog een interactieve sessie over de toekomst van het Nederlandse initiatief (‘wat na de derde editie?’). In Antwerpen daarentegen focuste Marije tijdens haar keynote op inhoud en reflecteerde ze op kritische wijze over de nieuwe praktijken in monetaire waarderingsstudies. Hierbij werd bijzondere aandacht besteed aan de daarbij horende (on)rechtvaardigheidsaspecten.
De keynote lecture zette de toon voor een interessant vervolg van de dag, die verder nog bestond uit 6 parallelle sessies. Elk van deze sessies behandelde een specifiek thema en het programma bood op die manier plaats aan 24 presentaties, die werden bijgewoond door +50 deelnemers. Zo stond er zowel voor als na de lunch een sessie rond energy policy op de planning. De bijdrages aan de eerste energie sessie (voor de lunchpauze) hadden een internationaal karakter en behandelden onderwerpen als permit trading, klimaatcoalities, en internationale marktkrachten. De tweede energie sessie (na de lunchpauze) besteedde vooral aandacht aan de rol van beprijzing (inclusief ETS en belastingen) en circulariteit in de energietransitie.
Diezelfde lunchpauze scheidde ook de verschillende zijden van marktwerking. De aanbodzijde kwam nog voor de pauze aan bod (pun intended). De sessie met welluidende titel ‘Business perspective’ ging in op de implementatie van groene technologieën en hernieuwbare energie op bedrijfsniveau, de rol van managers in transities, en ten slotte het belang van investeringen. Na de pauze kwam ook het household perspective aan bod, met bijdragen over vastgoedprijzen, de rol van coöperaties in de energie- en circulaire transitie en de impact van COVID-19 op de koolstofvoetafdruk van huishoudens.
En die lunch zelf horen we u denken? Die was helemaal prima en vond plaats in het mooie Klooster van de Grauwzusters van de Universiteit Antwerpen. Een gebouw waarvan het huidige uitzicht reeds haar oorsprong vindt in de 19de eeuw (zie ook foto).
De dag werd afgesloten met een parallelle sessie over beleidsimplementatie en een parallelle sessie over transport. De beleidssessie ging in op de rol van (lokale) overheden in de circulariteitstransitie, de mission economy, monetaire waardering van fauna en ten slotte de impact van droogte op landbouwprocessen. De transportsessie focuste op elektrificatie van het (vracht)wagenpark, beprijzing als beleidsinstrument, en woon-werk verkeer.
Op die manier kwam een interessante dag ten einde waarbij maar liefst 13 organisaties vertegenwoordigd werden door ten minste één van de 25 sprekers. Net als de vorige jaren bood het programma plaats aan zowel jonge als iets minder jonge milieueconomen en biedt de BEED op kansen om te inspireren en geïnspireerd te raken. Bovendien breidt het BEED-netwerk zich ook uit buiten de academische wereld met erg gewaardeerde bijdragen vanuit de beleidswereld binnen en buiten België (respectievelijk de Nationale Bank België en de OESO) en Research & Technology Organizations (VITO).