Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Wissels om - bouwstenen voor een robuust milieubeleid voor de 21e eeuw (PBL)

In het rapport 'Wissels om - bouwstenen voor een robuust milieubeleid voor de 21e eeuw' signaleert het PBL dat het huidige milieubeleid  tekort schiet om de milieuproblemen van de eenentwintigste eeuw aan te pakken. Terugkijkend op 40 jaar Nederlands milieubeleid kunnen we grote successen zien, maar ook stagnatie in de vorderingen. Het is daarom tijd voor een grondige herijking. Daarbij moeten eco-innovatie en eco-efficiëntie centraal komen te staan. Nederland en Europa kunnen met technologie-ontwikkeling en aanpassingen in productie en consumptie veel bijdragen aan het aanpakken van de grote vraagstukken van de eenentwintigste eeuw. Na een eeuw van grootschalige productie op basis van fossiele brandstoffen zal schoon en duurzaam produceren en consumeren de nieuwe normaliteit moeten worden. Burgers, bedrijven en overheden moeten samen én ieder voor zich de wissels radicaal omzetten, willen we Nederland structureel gezond achterlaten voor volgende generaties. De kans op succes is het grootst als duurzaam produceren en consumeren tegelijkertijd ook leidt tot een versterking van de economie, een lagere energierekening en/of een betere gezondheid. Het rapport reikt 10 bouwstenen aan voor beleidsvernieuwing, als stimulans voor een maatschappelijk debat over modernisering van het huidige milieubeleid. Klik hier om het rapport downloaden.

Onbeperkt houdbaar - Naar een robuust natuurbeleid (Rli)

Het het advies 'Onbeperkt houdbaar' geeft de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) aanbevelingen voor vernieuwing van het natuurbeleid en legt daarbij de nadruk op effectiviteit en maatschappelijk draagvlak. De raad doet onder andere voorstellen voor verbetering van de financiering voor natuur en voor versterken van de synergie tussen natuur en maatschappelijke doelen zoals gezondheid en waterveiligheid. De Nederlandse natuur verandert snel. Een aantal soorten breidt zich uit, voor een deel als gevolg van klimaatverandering, maar ook door herstelmaatregelen en de omzetting van landbouwgrond in natuurgebied. Veel andere soorten nemen daarentegen steeds verder af, en we blijken niet in staat de juiste maatregelen te treffen om deze ontwikkeling te stoppen.Ook de Nederlandse maatschappij verandert in hoog tempo als het gaat om natuur: steeds meer burgers voelen zich verantwoordelijk voor de natuur in hun directe omgeving. In deze nieuwe constellatie is het urgent om de vraag te beantwoorden op welke wijze we de natuur in Nederland een duurzame toekomst kunnen geven, niet alleen in bestuurlijke en financiële zin, maar ook in de zin van ruimte voor de betrokkenheid van burgers en bedrijven.Met dit advies wil de raad bijdragen aan de versterking van de wetenschappelijke basis en de maatschappelijke inbedding van het natuurbeleid. Klik hier om het rapport te downloaden.

Groene groei en natuurlijk kapitaal in Nederland (LEI Wageningen UR)

Op 27 juni j.l. heeft LEI-Wageningen UR het rapport 'Groene groei en natuurlijk kapitaal in de Nederlandse economie; een uitwerking naar de agrifood- en recreatiesector' uitgebracht. Ecosysteemdiensten leveren de maatschappelijke baten van natuurlijk kapitaal. Sturing op de levering van deze ecosysteemdiensten is nodig om op de langere termijn het beschikbare natuurlijk kapitaal in stand te kunnen houden. Dit maakt deel uit van een 'groene groei' strategie, waarbij een langetermijnontwikkeling van de economie gekoppeld is aan de instandhouding van het beschikbare natuurlijk kapitaal. Groene groei is gericht op economische en ecologische doelen, en daarmee beperkter dan duurzame ontwikkeling. Het kan wel een stap zijn in de richting van duurzame ontwikkeling. Groene groei is gericht op een emissiearme economie en een maximaal hergebruik van producten, grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen ('circulaire economie'). Schaarste in de beschikbaarheid van natuurlijk kapitaal (zoals grondstoffen) kan economische groei op korte termijn schaden. Nieuwe productiemethoden, die bijvoorbeeld gebaseerd zijn op hergebruik van grondstoffen, kunnen op termijn tot concurrentievoordeel leiden. De grondstoffenfunctie van natuurlijk kapitaal (vooral energie, mineralen en materialen) kan de komende decennia voor de Nederlandse economie problematisch worden, bijvoorbeeld vanwege fysieke schaarste, uitputting of geopolitieke omstandigheden. Ook andere functies van natuurlijk kapitaal (bijvoorbeeld de welzijnsfunctie van ecosystemen, zoals recreatie in natuurgebieden) zullen naar verwachting belangrijker worden. Een belangrijke reden is de verwachte klimaatverandering en als gevolg daarvan de groeiende vraag naar de regulerende functie van natuurlijk kapitaal (bijvoorbeeld waterberging, koolstofvastlegging in de bodem). Ook wordt verwacht dat de welzijnsfunctie van natuurlijk kapitaal met de vergrijzing belangrijker wordt. Klik hier om het rapport te downloaden.

Stappen naar een circulaire economie (Circle Power en IMSA)

Het rapport 'Unleashing the Power of the Circular Economy' bevat een overzicht van de algemene richting en te nemen stappen door overheid, bedrijfsleven, wetenschap en NGO's om de kracht van een circulaire economie versneld te ontketenen. Het rapport beschrijft de huidige obstakels en de benodigde vervolgstappen die genomen moeten worden naar een circulaire economie. Het rapport is hier te downloaden.

Kansen voor de circulaire economie in Nederland (TNO)

Slimmer en zorgvuldiger omgaan met grondstoffen kan Nederland jaarlijks zo'n 7 miljard euro opleveren. Ook daalt door efficiënt grondstoffengebruik de uitstoot van CO2 met 17.000 kiloton per jaar.  Dat is bijna twee keer de uitstoot die nu vermeden wordt door het opwekken van duurzame energie. Slim gebruik van grondstoffen is goed voor de werkgelegenheid: er ontstaan extra banen in de maak- en repareerindustrie, in de recycling- en dienstensector. Dit blijkt uit het TNO-rapport 'Kansen voor de circulaire economie in Nederland' dat staatssecretaris Mansveld naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, samen met de aanpak van het IenM-programma Van Afval naar Grondstof.

Duurzame ontwikkeling en groene groei (CPB)

Het financieel- en sociaaleconomische beleid van het kabinet-Rutte II rust op drie onlosmakelijk met elkaar verbonden pijlers. Eén van die pijlers is 'werken aan duurzame groei'. Dit oogmerk moet gestalte krijgen door te streven naar een 'volledig duurzame energievoorziening in 2050' en een 'circulaire economie'. In het Jaarboek Overheidsfinanciën 2013 gaat Herman Stolwijk van het CPB nader in op dit streven naar duurzaamheid en groene groei van het kabinet.

Gezondheidsschade door fijnstof (Aphekom)

Europese burgers worden nog steeds blootgesteld aan concentraties die de WHO-normen overschrijden.In 25 steden zijn de gezondheidseffecten van fijnstof onderzocht. In de onderzochte steden was de grootste gezondheidsschade te wijten aan chronische blootstelling aan PM2.5. Als voldaan zou worden aan de WHO-richtlijn van 10 μg/m3 (jaarlijks gemiddelde), zouden er 22 maanden levensverwachting worden toegevoegd aan de leeftijd van 30 jaar, afhankelijk van welke stad het betreft. Dat komt overeen met 19.000 overlijdens die uitgesteld worden. De bijbehorende baat zou ongeveer €31 miljard zijn, inclusief verlaagde kosten voor gezondheidszorg, ziekteverzuim en immateriele kosten zoals welzijn, levensverwachting en kwaliteit van leven. Voor Engelstalig artikel (betaald) zie: www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0048969713001320.

1,7 miljard aan gezondheidsschade door vrachtauto's in Nederland (EEA)

Vervuiling door vrachtwagens kost Nederland jaarlijks naar schatting 1,7 miljard euro aan zorgkosten. Dat komt neer op 4 tot 7 cent aan 'gezondheidsschade' per gereden kilometer door een zware vrachtwagen, afhankelijk van het bouwjaar. Nederland scoort daarmee vrij slecht in Europa; slechts in een handjevol landen zoals Zwitserland, Frankrijk, Italië, Duitsland en Luxemburg zijn de kosten per gereden kilometer hoger. De kosten die in de zorg gemaakt worden door de totale vervuiling van al het wegvervoer bedraagt naar schatting van het EEA 3,7 miljard euro per jaar in Nederland. Volgens het EEA gaan er jaarlijks 350.000 mensen in Europa eerder dood door de uitstoot van stikstofoxiden (een verzamelnaam voor verschillende schadelijke stoffen) en de uitstoot van fijnstof. Ook zorgt het voor 3 miljoen extra dagen dat mensen zich ziek melden op hun werk. Voor Nederland specifiek zijn die cijfers niet bekend. Verder krijgen mensen aandoeningen aan de longen, hart- en vaatziekten en problemen met de bloedvoorziening in de hersenen. De levensverwachting van mensen zal stijgen als de luchtvervuiling door vrachtwagens wordt teruggedrongen, zo stelt het EEA. Op dat terrein wordt winst geboekt, aangezien nieuwe vrachtwagens beduidend schoner zijn dan oudere. In Nederland zijn de kosten zo hoog, omdat ons land dichtbevolkt is en er veel vrachtvervoer over Nederlandse wegen rijdt. Het feit dat we aan de Noordzee wonen dempt dat effect, omdat de vervuiling gedeeltelijk verdwijnt in de lucht boven zee. Zwitserland heeft verreweg de hoogste kosten, doordat het niet aan zee grenst en doordat de vervuiling tussen de bergen blijft hangen. Volgens het EEA zouden overheden vervuiling extra moeten belasten en dat geld investeren in het voorkomen van vervuiling door betere wegen en groenere vervoersmiddelen. ,,Als we bovendien de gezondheidskosten doorrekenen in de prijzen van goederen, kunnen we dat ook investeren in gezonder transport en schonere techniek'', aldus EEA-directeur Jacqueline McGlade. Het Engelstalige rapport is te vinden op: www.eea.europa.eu/pressroom/newsreleases/reducing-the-20ac-45-billion?&utm_campaign=reducing-the-20ac-45-billion&utm_medium=email&utm_source=EEASubscript-disabledions. (Bron: ANP)

Zorgkosten door kolencentrales 386 miljoen (HEAL)

Nederlandse kolencentrales veroorzaken indirect jaarlijks zo'n 386 miljoen euro aan gezondheidszorgkosten en inkomstenderving. Dat is de schatting van de Europese Health and Environment Alliance (HEAL). In ons land staan acht elektriciteitscentrales die geheel of gedeeltelijk op steenkolen draaien. HEAL berekende voor elk land in de Europese Unie hoe vaak gezondheidsproblemen voorkwamen die geheel of grotendeels door kolencentrales veroorzaakt worden, zoals chronische longziekten en sommige hartaandoeningen. Op basis daarvan maakte de organisatie een kostenraming. Volgens HEAL zijn alle kolencentrales in de EU verantwoordelijk voor jaarlijks in totaal 18.200 miskramen, 2,1 miljoen dagen medicijngebruik, 4,1 miljoen 'verloren' werkdagen waarin iemand afwezig is of minder actief is en 28,6 miljoen situaties met ademhalingsklachten. Dat zorgt voor een totale schadepost van maximaal 42,8 miljard euro per jaar. Het Nederlandstalige persbericht is te vinden op:
www.env-health.org/IMG/pdf/pr_heal_coal_and_health_report_du.pdf.

Beleggingen van pensioenfondsen in Nederlandse duurzame energie (Profundo)

In dit rapport (een quick scan voor Natuur & Milieu) wordt onderzocht of Nederlandse pensioenfondsen (een deel van) hun private beleggingen in duurzame energie in Nederland beleggen. Indien mogelijk zijn de investeringen in private duurzame energie zoveel mogelijk gespecificeerd.

KBA Structuurvisie 6000 MW Windenergie op land (CPB en ECN)

Op verzoek van de ministeries van EZ en I&M heeft het CPB een maatschappelijke kosten-batenanalyse (KBA) uitgevoerd van de Rijksstructuurvisie 6000 MW Windenergie op land (SVWOL). Het CPB is daarbij ondersteund door het Energie Onderzoek Centrum Nederland (ECN). Conclusie: uitstel van het project 'Wind op Land' is de beste optie. http://www.cpb.nl/publicatie/kba-structuurvisie-6000-mw-windenergie-op-land.

Economie en ecologie van heidegebieden

Heidelandschappen kennen een lange historie van menselijk invloed en landgebruik. Door de eeuwen heen hebben ze een belangrijke rol gespeeld als half-agrarische landschappen, jacht- als landbouwgebieden. De grote variatie in gebruik heeft geleid tot grote culturele verschillen in het hele Atlantische deel van Europa, van Spanje en Portugal tot Noorwegen, Duitsland en Ierland. Het boek 'Economy and ecology of heatbhlands' laat de diversiteit in gebruik zien over heel Europa gecombineerd met de nieuwste inzichten vanuit het ecologisch onderzoek en informatie over de Natura 2000 status, die de meeste van deze heidevelden tegenwoordig hebben. Centraal staat hoe de kosten voor herstel en behoud van deze gebieden gewaarborgd kunnen worden. Kunnen nieuwe vormen van gemeenschappelijke zorg en gebruik hierbij helpen, of geven andere typen van doorstroming van opbrengsten van de heide betere mogelijkheden? Het boek is mede geschreven door auteurs van Alterra.

Aanpak stikstof werkt positief uit (LEI Wageningen UR)

De sociaal-economische effecten van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zijn tot 2030 op landelijke schaal overwegend neutraal tot positief. De PAS heeft een positief effect op de werkgelegenheid. Schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid treden niet op; wel neemt de geurhinder af. De effecten van de PAS op het landschap en op ruimtelijke ontwikkelingen zijn verschillend. Dat staat in het rapport 'Sociaaleconomisch perspectief van de PAS' dat staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Aanbod van olie gaat dalen rond 2030 (IVM-VU)

De snelheid van de transitie naar een gedecarboniseerde economie hangt in sterke mate af van de toekomstige rol van olie. Bestaande modellen van het toekomstige olie-aanbod behandelen maar één aspect van de oliebeschikbaarheid. Ze richten zich ofwel op de economische aspecten van olie-uitputting, met minder nadruk op technische en geologische factoren, of negeren juist de economische mechanismen. In het proefschrift van Samuel Jovan Okullo, 'Economic Modelling of the Long-term Global Oil Price', zijn de twee dimensies geïntegreerd en is een gecalibreerd model ontwikkeld om de langetermijnontwikkelingen op de wereldoliemarkten te analyseren. De analyses laten zien dat het olieaanbod waarschijnlijk op de korte termijn stabiel blijft, maar begint te dalen rond 2030. De mogelijkheid dat olieproducenten hun grondstoffen sneller oppompen omdat ze een streng klimaatbeleid in de toekomst verwachten (de zgn. groene paradox) is empirisch niet relevant.

Recycled Content als beleidsinstrument (Universiteit Hasselt, Centrum voor Milieukunde)

Recycled Content is als beleidsinstrument in staat om afzetmogelijkheden te creëren voor toenemende hoeveelheden gerecycleerd materiaal. Hoewel Recycled Content standaarden actief leven in verschillende vormen en landen, wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak kritiek geuit over de inefficiëntie van dergelijke standaarden. De redenen die aangehaald worden, zijn het gebrek aan kostenefficiëntie, het arbitrair zijn van de norm, het gebrek aan stimulans voor innovatie en het feit dat de standaarden kunnen leiden tot teveel of te weinig output. Vanuit deze redengeving is er in de academische wereld en in beleidskringen een groeiende interesse ontstaan voor verhandelbare certificaten systemen. Verhandelbaarheid zou gedeeltelijk tegemoet komen aan de kritiek op de economische inefficiëntie van het instrument door een verbeterde kostenefficiëntie en betere prikkels voor innovatie. Vooraleer een dergelijk systeem in de praktijk echter geïmplementeerd zou kunnen worden, is er bijkomend onderzoek nodig. Dat blijkt uit een studie die werd uitgevoerd in opdracht van de OVAM, als actie kaderend binnen de hefboom 'Duurzaam Design' van het Vlaamse Materialen Programma. Een vervolgstudie in verband met de verhandelbaarheid van het systeem is mogelijk, maar dit dient nog afgestemd te worden tussen SuMMa en de OVAM.