Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Om duurzaam watergebruik te stimuleren wordt in de Kaderrichtlijn Water (KRW) het principe van kostenterugwinning (KTW) van waterdiensten geïntroduceerd. Het gaat hierbij om het in rekening brengen van de kosten van waterdiensten bij de diverse watergebruikssectoren. Ter voorbereiding van het tweede stroomgebiedbeheerplan (SGBP) is op basis van cijfers voor 2012 de kostenterugwinning bepaald voor waterdiensten in Nederland.

Achtergrond

Vertrekpunt voor de analyse van KTW per waterdienst is artikel 9 van de KRW. In dit artikel wordt beschreven wat er onder KTW van waterdiensten wordt verstaan. Kort samengevat staat in dit artikel dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat het waterprijsbeleid adequate prikkels geeft aan gebruikers om water efficiënt te gebruiken. Tevens moet door de watergebruikssectoren een adequate bijdrage worden geleverd aan de terugwinning van de kosten van de waterdiensten.

Waterdiensten
De vijf in Nederland onderscheiden waterdiensten waarop dit rapport ingaat, zijn: [1]

1.      Productie en levering van water;
2.      Inzamelen en afvoeren van hemel- en afvalwater;
3.      Zuiveren van afvalwater;
4.      Grondwaterbeheer;
5.      Regionaal watersysteembeheer.

Nederland heeft waterkracht, scheepvaart, recreatie en hoogwaterbescherming niet benoemd als waterdiensten. Voor waterkracht geldt dat de omvang van deze sector in Nederland zo beperkt is dat een systeem van kostenterugwinning niet doelmatig is. Het systeembeheer van Rijkswateren (waaronder hoogwaterbescherming) is ook geen waterdienst genoemd, vanwege het belang van de nationale veiligheid, waarvoor het toepassen van het 'gebruiker betaalt'-principe niet opportuun wordt geacht. De kosten worden deels betaald uit algemene middelen, maar in toenemende mate doet het profijtbeginsel ook hier intrede doordat de kosten deels door waterschappen worden betaald en daarmee via de heffingen door burgers die nabij de keringen leven (www.helpdeskwater.nl/onderwerpen/wetgeving-beleid/bestuursakkoord/).

Methodiek en data

Bij het bepalen van de kosten is niet alleen gekeken naar investeringen, beheer en onderhoud, maar ook naar milieu- en hulpbronkosten. De benadering die hierbij is gekozen is dat de kosten die gepaard gaan met het nemen van de mitigerende maatregelen worden gezien als milieu- en hulpbronkosten. Dit zijn uitgaven voor maatregelen die primair zijn bedoeld om het milieu te beschermen, inclusief het watermilieu. Deze definitie is praktisch hanteerbaar en sluit aan bij de administratie van milieukosten in Nederland en Europa die ook conform deze definitie plaatsvindt (zie ook OECD (2001) en Eurostat (2002)). Het percentage kostenterugwinning is vervolgens berekend door de opbrengsten van de waterdiensten te delen door de totale kosten, en de uitkomst met 100% te vermenigvuldigen.

De gerapporteerde gegevens zijn zoveel mogelijk ontleend aan en geverifieerd bij de relevante koepelorganisaties en het CBS. Dit was niet voor alle (onderdelen van de verschillende) waterdiensten mogelijk, en geldt vooral voor de eigen dienstverlening. Vandaar dat voor sommige waterdiensten een deel van de informatie afgeleid of berekend is, en is gewerkt met een bandbreedte voor kostenterugwinningpercentages.

Prikkels

Naast het terugwinnen van gemaakte kosten, kan financiering van het waterbeheer ook worden gebruikt om prikkels te geven om duurzaam om te gaan met water. Een voorbeeld hiervan is het beprijzen van drinkwater. Door per m3 watergebruik te betalen ontstaat een prikkel om zuinig om te gaan met water. Prijsprikkels werken echter niet overal. Zo zal een doorsnee gezin de aanwezigheid van werkgelegenheid sterker laten doorwegen in de beslissing waar men wil wonen, dan de kosten voor watersysteembeheer, ook al zijn deze kosten door het moeten leegpompen van diepe polders in de Randstad duidelijk hoger dan op de hoge zandgronden in het oosten van het land. Evenmin wordt men voor het minder vaak naar de wc gaan beloond met een verlaging van de rioolheffing. Dit laatste heeft te maken met het feit dat het grootste deel van de kosten te maken heeft met investeringen in de infrastructuur en niet afhankelijk is van variabele kosten. De mogelijkheden om via prijsprikkels bewustwording en duurzaam gebruik van water te bevorderen worden nader onderzocht naar aanleiding van een studie van de OECD: Water Governance in the Netherlands - Fit For The Future?'

Conclusies

Het algemene beeld is dat in Nederland kostenterugwinning voor de waterdiensten volledig dan wel bijna volledig sluitend is door lokale en regionale heffingen van waterschappen en gemeenten, en de kostprijs van drinkwater. Voor alle waterdiensten geldt dat het KTW-percentage voor 2012 valt binnen een bandbreedte van 95 – 105. Bovendien  zijn de mechanismen van KTW wettelijk verankerd en daarmee stabiel.


 

Meer informatie bij de auteurs: Rob van der Veeren, senior adviseur, Rijkswaterstaat (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.); Robert van Cleef, senior adviseur / eigenaar, Sterk Consulting (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.). Het volledig rapport 'Kostenterugwinning van waterdiensten 2013' (Sterk Consulting en Bureau Buiten, 2013) is te vinden op de site van helpdesk water: www.helpdeskwater.nl/publish/pages/32460/kostenterugwinning_van_waterdiensten_2013_eindrapport.pdf


Noot

 

[1] Het gaat  om dezelfde waterdiensten als beschreven in het eerste SGBP (zie artikel 'Economische instrumenten in het waterbeheer', Nieuwsbrief Milieu en Economie, april 2011).

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat