Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

De milieu-uitgaven van de Europese industrie (mijnbouw, industrie en energiebedrijven) zijn in de periode 1996-2012 gedaald van ca. € 50 miljard tot € 40 miljard jaarlijks (prijspeil 2012). Dit is tussen de 2,5% en 2% van de door de Europese industrie gegenereerde toegevoegde waarde.

Veel gegevens beschikbaar

Al sinds de jaren '80 worden gegevens verzameld over de milieu-uitgaven (investeringen en lopende kosten) van de industrie. Het Nederlandse CBS is één van de koplopers geweest, met investeringsgegevens van de industrie vanaf 1974. Eurostat – het Europese Statistisch Bureau – is in 1995 begonnen met het verzamelen van milieu-uitgaven van de industrie. Vrijwel alle lidstaten verschaffen (deels incomplete) gegevens vanaf 2000, vooral investeringsgegevens, maar ook informatie over lopende kosten (1x per 3 jaar “verplicht”, rest van de jaren optioneel).

Deze gegevens zijn echter nooit stelselmatig geanalyseerd, mede omdat de bedrijfsklasse indeling van de milieu-uitgavenstatistiek twee keer is gewijzigd: van Nace revisie 1.0 naar Nace revisie 1.1 in 2001 en van Nace revisie 1.1 naar Nace revisie 2.0 in 2008. 

In opdracht van de Europese Commissie heeft TME deze gegevens bewerkt en geanalyseerd, met speciale aandacht voor de Mijnbouw, Raffinage, Chemie, Basismetaal en Energiebedrijven. De databases met de verzamelde/gebruikte gegevens zijn beschikbaar op de website van TME (www.i-tme.nl) en de Europese Commissie.

Milieukosten van de industrie dalen

Ondanks dat de milieu-eisen voor de industrie regelmatig worden aangescherpt, blijkt het dat de milieukosten daardoor niet stijgen maar zelfs een dalende trend vertonen (Figuur 1).

 Figuur 1: Milieu-uitgaven van de Europese nijverheid (excl. bouw) (prijspeil 2012)

Eerdere “micro-studies” lieten al zien dat snelle innovatie leidt tot een daling van de relatieve milieukosten, nu lijkt er dus ook “macro-bewijs” te zijn. Maar er zijn natuurlijk wel verschillen tussen de bestudeerde bedrijfsklassen.

Grote sectorale verschillen

Voor de maakindustrie (“manufacturing”) belopen de investeringen ten behoeve van het milieu 3 tot 4% van de totale investeringen (zie Figuur 2). Voor de bestudeerde sectoren liggen de relatieve milieu-investeringen iets hoger (rond de 5% van de totale investeringen). De raffinagesector springt eruit: in deze sector belopen de milieu-investeringen tussen de 7% en 16% van de totale sectorale investeringen.  

Figuur 2: Relatieve milieu-investeringen (ten opzichte van totale investeringen)

Aandeel “geïntegreerde milieu-investeringen” neemt gestaag toe

Al sinds de invoering van strengere milieu-eisen wordt gepleit voor”proces-geïntegreerde” milieutechnieken in plaats van “end-of-pipe” oplossingen. Figuur 3 laat zien dat het aandeel van de proces-geïntegreerde oplossingen in de industrie langzaam maar gestaag toeneemt. Grofweg de helft van alle milieu-investeringen is heden ten dage proces-geïntegreerd.

 

Figuur 3: Aandeel van “proces-geïntegreerde” milieu-investeringen in totale milieu-investeringen

De toename van het aandeel geïntegreerde milieu-investeringen is een mogelijke reden voor de waargenomen dalende kostentrends.

Grote verschillen in de milieu-uitgaven van lidstaten van de EU

Hoewel de verschillen tussen lidstaten kleiner zijn geworden in de loop der jaren, zijn er grote verschillen tussen de lidstaten (Figuur 4). Ook valt het op dat de “lopende kosten” ruim 75%van de totale milieu-uitgaven van de industrie belopen.  

Figuur 4. Relatieve milieu-uitgaven van de industrie in EU lidstaten (per € 100 toegevoegde waarde)

In de “oudere” lidstaten liggen de milieu-uitgaven grosso modo lager dan in de “nieuwere” lidstaten, zoals blijkt uit figuur 4.

De Nederlandse industrie heeft relatief hoge milieukosten, hetgeen mogelijk verklaard kan worden door de structuur van de Nederlandse industrie en de hoge bevolkingsdichtheid (waardoor er strengere omgevingseisen worden gesteld). Overigens heeft het CBS besloten om een deel van de lopende kosten “weg te definiëren”: de kosten van bediening en onderhoud van milieu-investering worden niet langer statistisch waargenomen (bijgeschat). Dat is jammer, omdat het een streep haalt door de mogelijkheid om langetermijnanalyses uit te voeren.

Conclusies

Voor de belangrijkste conclusies verwijs ik door naar het rapport “Environmental expenditures in EU industries, Time series data for the costs of environmental legislation for selected industries over time”.

Wat opvalt is dat er weinig tot niets specifieks te zeggen is over de invloed van het “klimaatbeleid” op de milieukosten van de industrie. Deze kosten zitten nu “verborgen” in het compartiment “lucht”. Het is niet erg duidelijk hoe deze “klimaatkosten” worden bepaald (immers, energiebesparende maatregelen hebben ook financiële opbrengsten).


Voor geïnteresseerden bestaat de mogelijkheid om met de databases zelf aanvullende of specifieke analyses uit te voeren. Deze databases zijn beschikbaar via de TME-website (www.i-tme.nl).

Inlichtingen: Jochem Jantzen, Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME), Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat