Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Het kabinet wil in Nederland naar een volledig circulaire economie in 2050, met als tussendoel een halvering van het grondstoffengebruik in 2030. Deze ambitie is uitgewerkt in het op 14 september j.l. gepresenteerde Rijksbreed Programma Circulaire Economie: ‘Nederland Circulair in 2050’.

Op 8 augustus 2016 was het Earth Overshoot Day. Dat betekent dat we als mensheid de natuurlijke grondstoffen die de aarde in een jaar tijd kan produceren in ruim zeven maanden hebben verbruikt. Op dit moment leven we dus op het ‘krediet’ van deze planeet. Deze dag valt, gedreven door een spectaculaire groei van de wereldbevolking en de welvaart, steeds vroeger in het jaar. In 2050 zullen we de aarde met ruim 9 miljard mensen moeten delen, terwijl de hoeveelheid bruikbare grondstoffen die we voorhanden hebben, net zoals de biodiversiteit, alleen maar afneemt. De grote uitdaging van de 21ste eeuw is dan ook om fundamenteel anders om te gaan met onze planeet en onze grondstoffen. Daarom moeten we de overstap maken naar een circulaire economie: een economie die voorziet in de behoeften, zonder de huidige milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen.

’Nederland Circulair in 2050’ vraagt om verandering in brede zin. Zowel technische, sociale als systeeminnovaties zullen moeten plaatsvinden. In een circulaire economie gaan we veel slimmer om met onze grondstoffen, worden grondstoffen niet verkwist, maar steeds hoogwaardig hergebruikt. We ontwikkelen duurzame producten en vinden nieuwe, slimme manieren om ze te produceren. Daarnaast gaan we slimmer met de producten om, door ze te delen , ze in bruikleen te geven of –eventueel opgeknapt- te hergebruiken. Dit biedt ook vele economische kansen. Circulaire businessmodellen versterken de relatie tussen consumenten en producenten, waardoor er lokaal en regionaal meer bedrijvigheid zal ontstaan. Verder komt er een grotere markt voor de maak- en herstelindustrie en voor circulaire producten en diensten die in Nederland ontworpen zijn. We kunnen onze kennis van en ervaring met circulariteit ook internationaal vermarkten.

Naast een generieke veranderaanpak legt het programma de focus op vijf prioriteiten die belangrijk zijn voor de Nederlandse economie, die een grote milieudruk kennen en waar veel maatschappelijke energie bestaat voor een transitie naar de circulaire economie. De vijf prioriteiten zijn: biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen. In deze sectoren en ketens moet Nederland koploper worden op het gebied van de circulaire economie.

Om de doelstellingen van 2030 en 2050 te realiseren wil het kabinet nog dit jaar komen tot een grondstoffenakkoord met maatschappelijke partners. In dit grondstoffenakkoord worden de gemeenschappelijke ambities vastgelegd, en op hoofdlijnen de knelpunten en oplossingen verkend. Voor de zomer van 2017 worden voor de vijf prioriteiten transitieagenda’s uitgewerkt, samen met bedrijven en maatschappelijke partijen. In zo’n transitieagenda worden concrete en meetbare afspraken vastgelegd over de bijdragen die alle betrokkenen gaan leveren om het behalen van de doelen te realiseren. Het kabinet zal als één van de partijen, waar nodig en nuttig, vijf instrumenten inzetten: stimulerende wet- en regelgeving, slimme marktprikkels, financiering, kennis en innovatie en internationale samenwerking.

Hoe beter bedrijven, overheden en andere maatschappelijke partners met elkaar samenwerken, des te sneller zullen we de transitie naar een circulaire economie realiseren. Er is nu al veel enthousiasme bij bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden voor de circulaire economie. Zij onderkennen dat de circulaire economie zal bijdragen aan een toekomst waarin we in een gezonde en schone omgeving wonen, werken en recreëren.


Klik hier voor het Rijksbreed Programma Circulaire Economie.

Nadere informatie: Bram van den Groenendaal of Marc Pruijn, ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..