Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Waterstof wordt al een tijd gezien als een belangrijke energiedrager die kan gaan bijdragen aan de transitie naar een ‘low carbon economy’. Een belangrijk vraagstuk hierbij is in welke mate het transport van waterstof op dezelfde manier gereguleerd dient te worden als bijvoorbeeld het transport van aardgas. Daarom is onderzocht welke aanpassingen in wet- en regelgeving wenselijk zijn om de ontwikkelingen van waterstofnetten soepel te laten verlopen.

Introductie

Het kabinet Rutte III heeft Nederland in 2016 gecommitteerd aan de duurzaamheidsdoelstellingen van Parijs. Om de energietransitie te versnellen kan waterstof dienen als een pijler van het toekomstige energiesysteem. Waterstof is daarnaast interessant omdat voor het transport van waterstof gebruik gemaakt kan worden van de bestaande aardgasinfrastructuur. Daarom is het belangrijk om de voor- en nadelen van regulering van het transport van waterstof te verkennen en tot een advies te komen. Om tot een oordeel te komen over passende regulering is in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gekeken naar de toekomstige waterstofmarkt en de transportbehoefte die daaruit voortvloeit. Marktfalen, zoals misbruik van een economische machtspositie, kan dan een aanleiding vormen om het transport van waterstof te reguleren.

Analyse

Hoe ziet de huidige en toekomstige (transport-)markt eruit?

Ondanks dat waterstof een homogeen product is, kan je de toepassingen en transportmogelijkheden voor het product op verschillende manieren segmenteren. Zo wordt waterstof geproduceerd door middel van groene energie, grijze energie en als chemisch bijproduct, wat in essentie bepaalt of waterstof klimaatneutraal tot stand komt of niet. Verder is er vraag naar de toepassing van waterstof in de sectoren (i) industrie, (ii) verkeer en vervoer en (iii) de gebouwde omgeving. Al met al is het aannemelijk dat de waterstofvraag in de toekomst sterk zal toenemen. In dat geval zal ook de transportbehoefte via pijpleidingen een belangrijke rol gaan spelen.

Welke marktmodellen passen het beste bij de marktinitiatieven?

Vervolgens is het voor de analyse van belang welke mogelijke hindernissen zich in de toekomst kunnen ontwikkelen, zoals marktfalen. Marktfalen houdt hierbij in dat een markt niet optimaal werkt en overheidsinterventie vereist is. Omdat waterstof op dit moment zo’n geringe rol speelt, zijn er op dit moment geen fundamentele ‘marktfalens’ die aandacht vereisen.  Echter, in de toekomst kunnen monopolievorming en klimaatkosten (CO2-uitstoot) reden zijn voor overheidsinterventie.

Ten behoeve van de analyse zijn er vier marktordeningsalternatieven opgesteld voor toekomstige regulering. Alternatief A is een vrije markt voor waterstoftransport waar uitsluitend op basis van de Mededingingswet toezicht wordt gehouden op misbruik van economische machtsposities. Alternatief B is gekoppeld aan strenger toezicht, waar reguleringsmaatregelen gebaseerd worden op een marktanalyse die elke 3 jaar herhaald wordt. Als sprake is van een partij met aanmerkelijke marktmacht dan kunnen aan deze partij gedragsregels opgelegd worden. Een dergelijke systematiek is gebruikelijk in de telecomsector. Alternatief C kent striktere regulering vooraf, en geeft netbeheerders bovendien de taak om (voor zover doelmatig) waterstofnetten voor te bereiden. Dit maakt het mogelijk dat de huidige gasnetbeheerders zich met het transport van waterstof bezig mogen houden. Netbeheerders krijgen echter geen exclusieve taak (vergelijkbaar met de exclusieve taak die zij hebben bij elektriciteit en gas). Alternatief D gaat een stap verder en geeft netbeheerders wel een exclusieve taak op het gebied van waterstoftransport. Private initiatieven op dit gebied zouden daarmee niet meer mogelijk zijn.

Wat zijn de belangrijkste voor- en nadelen van de alternatieven?

Verschillende alternatieven bieden verschillende voordelen zoals diversiteit van netwerkpartijen, afwezigheid van mededingingsproblemen en zekerheid. Nadelen die in de verschillende alternatieven besproken worden zijn de afwezigheid van regie, de onzekere rol van netwerkbeheerders en reguleringskosten. Op basis van een analyse is alternatief C gekozen als het meest passende alternatief. Alternatief C is een evenwichtige keuze omdat er op dit moment geen stringente interventie nodig is terwijl er wel activiteiten van netbeheerders mogelijk worden gemaakt.

Conclusie

Concluderend is er op dit moment geen urgent probleem dat met regulering opgelost moet worden. Maar om de potentie van gasinfrastructuur voor waterstof optimaal te benutten is het van belang de juiste wet- en regelgeving voor te bereiden om te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Alternatief C draagt, door (i) het creëren van een taak voor netbeheerders en (ii) het creëren van regels over toegang en tarieven, in de nabije toekomst bij aan het beperken van mededingingsrisico’s en aan de gewenste transitie naar een CO2-arme energievoorziening.


Het onderzoeksrapport ‘Waterstoftransport – verkenning marktordeningsalternatieven’ is beschikbaar via: https://www.ecorys.nl/news/ecorys-brengt-marktordeningsalternatieven-van-waterstoftransport-kaart-voor-ministerie-van

Nadere inlichtingen: Robert Haffner, T 010 4538 800 , E Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat