Al decennia wordt het bbp bekritiseerd omdat het geen goede maatstaf is voor de welvaart. Inmiddels zijn er honderden indexen en indicatorensets voorgesteld, maar ze hebben geen van alle de macht die het bbp heeft. In het nieuwe boek 'Replacing GDP by 2030' bespreekt Rutger Hoekstra een strategie die ervoor moet zorgen dat, uiterlijk in 2030, het bbp wordt vervangen met indicatoren voor welzijn, ongelijkheid en duurzaamheid.
Voor de lezers van deze nieuwbrief zal het geen verrassing zijn: het bruto binnenlands product (bbp) is een maatstaf van economische activiteit maar wordt vaak, foutief, gezien als maatstaf voor het “succes” van een land. Voor het grote publiek, de media en de politiek lijkt de stelregel: economische groei is goed, een daling van het bbp slecht. Economen weten echter al decennia dat het bbp geen maatstaf is voor maatschappelijke fenomenen zoals het welzijn van een bevolking, de lange termijn duurzaamheid of ongelijkheid. Zelfs het Systeem van Nationale Rekeningen waarschuwt dat het bbp niet als maatstaf voor sociale welvaart moet worden gezien.
Vele Nobelprijswinnaars hebben voorstellen gedaan voor alternatieve indicatoren: Nordhaus en Tobin (Measure of Economic Welfare), Tinbergen (Roefie Hueting’s Duurzaam National Inkomen), Sen (Human Development Index), Kahneman (U-index) en Stiglitz en Sen (Set van indicatoren). Naast deze, en andere economen, zijn er vele statistische bureaus, NGO’s en individuen die hun duit in het zakje hebben gedaan. Sinds de vroeg jaren 70 zijn er daardoor honderden indexen en indicatorensets voorgesteld en het aantal blijft maar uitdijen. Ondanks deze alternatieven zal het duidelijk zijn dat de dominantie van het bbp voortduurt.
Waarom heeft geen van bovengenoemde indicatoren een doorbraak beleefd? En waarom blijft, ondanks alle kritiek, het bbp (of GDP) zo dominant? De reden is dat er aan de ene kant een goed georganiseerde 'GDP-multinational' is, die in 200 landen cijfers produceert op basis van een internationaal afgesproken handboek. Aan de andere kant heb je de “Beyond-GDP cottage industry”- een bonte stoet aan wetenschappers, instituten, individuen en bedrijven die op allerlei momenten honderden verschillende indexen/indicatorensets de wereld in slingeren. Dat leidt eerder tot verwarring dan tot een duidelijk alternatief voor het bbp.
Om het bbp te vervangen moet er dus een multinational voor welzijn en duurzaamheid worden gesmeed. Daarvoor geeft de geschiedenis van het bbp een prima blauwdruk. In Tabel 1 staan de kenmerken van de macro-economische gemeenschap die na de oorlog, met behulp van de OESO en VN, vorm kreeg.
Tabel 1: Kenmerken van de twee gemeenschappen
Kenmerken van de gemeenschap | Macro-economie | Welzijn en duurzaamheid | |
Doel | Economische groei begrijpen, meten en beleid formuleren | Welzijn en Duurzaamheid begrijpen, meten en beleid formuleren | |
Coherente structuur | Beleidswetenschap | Macro-economie | Welzijns- en duurzaamheidswetenschap |
Rekeningenstelsel | Systeem van Nationale Rekeningen | Systeem van Mondiale en Nationale Rekeningen | |
Indicator(en) | Bruto Binnenlands Product | Systeem- en Kwaliteitsindicatoren | |
Gemeenschappelijke taal | Systeem van Nationale Rekeningen | Systeem van Mondiale en Nationale Rekeningen | |
Institutionalisatie | Reeds gerealiseerd | Uiterlijk 2030 |
De macro-economische gemeenschap heeft als doel het begrijpen van economische groei en het formuleren van beleid dat groei bevordert. Daarnaast heeft de gemeenschap ook een heel duidelijke structuur en taakverdeling: macro-economische kennis en beleid worden bij de universiteiten, instituten en ministeries gevormd, terwijl het onderliggende rekeningenstelsel en de indicatoren door statistische bureaus worden geproduceerd. Het rekeningenstelsel, het Systeem van Nationale Rekeningen, heeft een bijzondere functie – het fungeert als woordenboek voor de macro-econoom. Of je als macro-econoom nu uit Leshoto of Sri Lanka komt, woorden zoals 'consumptie', 'investering' en 'productiviteit' betekenen overal hetzelfde.
Het zal duidelijk zijn dat een eenduidige terminologie volledig ontbreekt in de 'Beyond-GDP' gemeenschap. Woorden zoals 'welzijn', 'brede welvaart', 'duurzame ontwikkeling' en vele andere termen ontberen een wereldwijd geaccepteerde definitie. De oplossing ligt dus vrij voor de hand en wordt in de laatste kolom van de tabel weergegeven: de VN/OESO moeten een gemeenschap smeden met een duidelijk doel, een duidelijke structuur en bovenal een gemeenschappelijk taal. Dat laatste is essentieel en de tweede helft van het boek wordt daarom ook gewijd aan het nieuwe rekeningenstelsel. Uit dat stelsel komen ook de indicatoren die het bbp moeten vervangen.
Het boek bevat niet een definitief voorstel voor de 'gouden indicator'. Er staan wel een aantal voorstellen in voor een vruchtbare basis voor overeenstemming. Echter, de oplossing is veel ingewikkelder dan de internationale afstemming van een indicator. Het VN-proces moet ook het fundament leggen voor een nieuwe wetenschap en taal. Alleen door een krachtige wereldwijde aanpak is er een kans om de GDP-multinational te overtreffen en de maatschappelijke discussie te verleggen naar welzijn en duurzaamheid.
Het boek 'Replacing GDP by 2030. Towards a Common Language for the Well-being and Sustainability Community' is uitgegeven bij Cambridge University Press. Inlichtingen: Rutger Hoekstra (