Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Onlangs heeft de Oeso, voor het eerst sinds 2007, een rapport uitgebracht waarin ze de milieuprestaties van België beoordelen. Met dit milieurapport willen ze in kaart brengen waar België staat met betrekking tot zijn milieudoelstellingen, en in vergelijking met andere Oeso-landen. Het rapport is allesbehalve optimistisch: België is nog ver verwijderd van het bereiken van zijn doelstellingen.

Het verdict

Het verslag behandelt verschillende milieugerelateerde onderwerpen waaronder energie, transport, waterkwaliteit, afvalbeheer en biodiversiteit. Over dit laatste thema spreken de cijfers boekdelen. Meer dan 20% van de planten-, vis-, vogel- en zoogdiersoorten in België zijn bedreigd en de populatie akkervogels is gehalveerd sinds 2000. Maar 2% van België is streng beschermd gebied terwijl de EU-doelstelling hiervoor op 10% ligt. Wat betreft transport is er een transitie zichtbaar van spoorweg- naar wegvervoer eerder dan andersom. Belastingvoordelen voor bedrijfswagens zijn hier deels verantwoordelijk voor, alsook het gebrek aan infrastructuur. Fossiele brandstoffen, voornamelijk olie en gas, domineren nog steeds de energiemix. Het gebruik ervan wordt nog steeds te veel gesubsidieerd. Hoewel hernieuwbare energie aan een opmars bezig is, komt maar 9,4% van de energiebevoorrading uit hernieuwbare bronnen. Dit is de helft van het EU-gemiddelde. Ook de milieudruk van landbouw neemt steeds meer toe door een stijgende intensivering en specialisatie. Hoewel het Belgische pesticidegebruik daalt, ligt het nog steeds bij de hoogste van alle Oeso-landen. Dit is een van de oorzaken van watervervuiling.

Het rapport is niet uitsluitend negatief. België is er als een van de weinige landen in geslaagd om afvalproductie volledig los te koppelen van economische groei en is koploper in de ontwikkeling van afvalverwerkingstechnologieën. België is wereldleider in het aantal residentiële PV-installaties per capita. Er zijn ook voldoende controles op de naleving van milieunormen in bedrijven. Bovendien zijn broeikasgasemissies, energie- en materiaalconsumptie en wateronttrekkingen gedaald sinds 2005. Helaas is dit positieve verloop onvoldoende om de toenemende druk van verstedelijking, intensieve landbouw en bevolkingsgroei te compenseren.

Aanbevelingen voor de toekomst

Voor die milieudoelstellingen waar er nog onvoldoende vooruitgang is geboekt of waar België achterophinkt in vergelijking met andere Oeso-landen geeft het rapport aanbevelingen, wel 38 in totaal. Deze gaan van mogelijke handhavingsmechanismen voor het bereiken van targets tot suggesties van milieuthema’s waar nog onvoldoende aandacht voor is, zoals eco-innovatie. Opvallend in de lijst van aanbevelingen zijn de constante verwijzingen naar het gefragmenteerde beleid in België. Bijvoorbeeld, daar waar Vlaanderen zich richt op het afbouwen van restafvalproductie, scoort Wallonië goed op de transitie van afvalverbranding naar energiewinning. Vlaanderen stelt een betonstop voorop tegen 2040 terwijl er in Wallonië nog volop wordt gebouwd. Wallonië en Brussel hebben een beleid klaar voor een transitie richting openbare en actieve transportmodi, voor Vlaanderen ontbreekt dit nog. Er is onvoldoende coördinatie tussen de gewesten en een onduidelijke verdeling van bevoegdheden. Meer samenhang tussen de beleidslijnen van de gewesten onderling en tussen federale en Europese doelstellingen wordt door de Oeso beschouwd als een van dé manieren om een groene groei te bereiken.

Ook voor het Belgische belastingregime is het rapport niet mals. België is een van de Oeso-landen met de hoogste belastingen in verhouding tot het BBP. De meeste van deze belastingen worden geheven op arbeid, ten nadele van groei en tewerkstelling. Milieubelastingen, die een veel minder verstorend markteffect hebben, maken slechts een klein deel uit van de totale overheidsinkomsten. Zo raadt het rapport onder meer aan om de kilometerheffing uit te breiden van vrachtvervoer naar personenwagens, huurinkomsten te belasten op basis van energie-efficiëntie en een koolstoftaks in te voeren voor sectoren die niet onder het Europese systeem voor emissiehandel (EU-ETS) vallen. Een milieuheffing op bouwvergunningen en grijze infrastructuur zou dan weer kunnen dienen voor het financieren van stedelijke groengebieden. Sociale energietarieven moeten losgekoppeld worden van verbruik om excessief verbruik te ontmoedigen en pesticidetaksen moeten gekoppeld worden aan hun milieu- en gezondheidsrisico’s. Hoewel geen van deze aanbevelingen bindend zijn, hebben ze als doel een beleidsdialoog in gang te zetten en het stimuleren van een grotere verantwoordelijkheidszin van regeringen tegenover elkaar en de bevolking.


Meer informatie en het volledige rapport kan je terugvinden op de OECD website.

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat