Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

De PBL-studie 'Klimaatverandering in de prijzen? - Analyse van de beprijzing van broeikasgasemissies in Nederland in 2018' laat zien wie in Nederland precies wat betaalt voor welke broeikasgasuitstoot en hoeveel. Ook wordt nagegaan of de betaalde prijs wel in verhouding staat tot de aangerichte klimaatschade. Dit rapport maakt dit inzichtelijk voor de industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving, landbouw en elektriciteit. Met deze studie draagt PBL bij aan de besluitvorming over de (aanpassing van) instrumenten om het fossiele-energieverbruik terug te dringen.

In deze studie worden zogenaamde effectieve prijzen van broeikasgasemissies zoals CO2 berekend op basis van de bestaande beprijzingsinstrumenten. Dat zijn de instrumenten die zorg dragen voor een expliciete prijs van de broeikasgasemissies zelf, zoals binnen het EU ETS, of een impliciete prijs via met name de energiebelastingen, de accijnzen op minerale oliën en de afvalbelasting. Elk van deze instrumenten heeft een eigen rol en grijpt op heel verschillende plaatsen, en op heel verschillende manieren, aan op activiteiten die emissies veroorzaken. Om het totaalbeeld te maken van de klimaatbeprijzing in Nederland wordt de exacte rol van deze instrumenten bij de beprijzing van broeikasgasemissies in het PBL-rapport geanalyseerd aan de hand van verschillen in grondslagen, vrijstellingen en tarieven. Ook worden deze prijzen in de studie vergeleken met de klimaatschade die voor deze broeikasgasemissies geldt.

Bestaande beprijzing loopt vooral via het EU ETS en de belastingen op energie

Uit de analyse blijkt dat het EU-emissiehandelssysteem (EU ETS) erg belangrijk is voor de beprijzing in de elektriciteitssector en de energie-intensieve industrie, maar dat ook de recent gestegen prijs nog niet toereikend is in het licht van de veroorzaakte klimaatschade. De in Nederland geïntroduceerde CO2-heffing voor de industrie bovenop de Europese CO2-prijs zal de beprijzing nog meer in evenwicht brengen met de in geld uitgedrukte klimaatschade. In de sectoren verkeer en gebouwde omgeving vindt beprijzing vooral plaats via de energiebelasting (EB) en de Opslag Duurzame Energie (ODE) op aardgas en de accijnzen op minerale oliën. De gecombineerde tarieven hiervan zijn relatief hoog en wegen al veel beter op tegen de veroorzaakte schade.

Beprijzingsverschillen groot in elektriciteitssector

In de elektriciteitssector constateert het PBL een grote variatie in de prijs die voor de uitstoot in rekening wordt gebracht. Dat komt onder meer door de structuur van de EB en de ODE, die zich beide richten op het eindverbruik van elektriciteit en dus geen rekening houden met de hoeveelheid broeikasgassen die bij de elektriciteitsopwekking wordt uitgestoten. Daardoor gaat er geen prikkel vanuit om méér elektriciteit hernieuwbaar op te wekken en blijft ook de uitstoot als gevolg van de gelijktijdige productie van warmte, eigen verbruik en omzettingsverliezen onbelast. En dit terwijl het hier bijna de helft van het totale verbruik betreft.

Aanknopingspunten voor aanpassing beprijzingsinstrumenten

De gemaakte analyse levert aanknopingspunten op om het fiscale instrumentarium voor beprijzing van het energiegebruik te verbeteren. Zo is er voor de energiebelasting op elektriciteit alle reden deze opnieuw tegen het licht te houden. De huidige vormgeving hiervan wordt een steeds grotere sta-in-de-weg voor de energietransitie nu de elektriciteitsopwekking, vooral vanwege het stijgende aandeel van zon en wind, snel schoner wordt. Ook belemmeren de hoge tarieven de overstap naar elektriciteit als schoon alternatief voor fossiele brandstoffen.

Verder constateert het PBL dat de belasting op aardgas in de eerste schijf al aan de hoge kant is in relatie tot de bijdrage aan klimaatverandering en andere schade. Wel zou kritisch gekeken kunnen worden naar de verlaagde tarieven in de glastuinbouw, de lage tarieven in de hogere belastingschijven en het vrijstellingsregime. Om huishoudens meer richting schonere verwarmingsbronnen te sturen, zoals warmtepompen, ligt verlaging van de EB/ODE op elektriciteit meer voor de hand.

Tot slot zou het niet-energetisch verbruik van aardolie en de levering van bunkerbrandstoffen in de grondslag van belastingen op energiegebruik kunnen worden meegenomen. Hoewel dit gebruik niet direct bijdraagt aan emissies in Nederland, gaat het elders in de wereld of later in de tijd wel gepaard met CO2-emissies die grotendeels niet zijn beprijsd.


Klik hier om de publicatie 'Klimaatverandering in de prijzen? - Analyse van de beprijzing van broeikasgasemissies in Nederland in 2018' te downloaden. 

Nadere informatie: Herman Vollebergh, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., of Corjan Brink, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 

 

 

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat