Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In Nederland zijn er op dit moment tussen de 234.000 en 634.000 huishoudens met energiearmoede, afhankelijk van hoe het gemeten wordt. Als de warmtetransitie slim wordt ingericht, kunnen klimaatdoelen én het tegengaan van energiearmoede hand in hand gaan. Daarmee wordt voorkomen dat de energiearmoede in 2030 nog eens met een derde stijgt. CE Delft geeft in het onderzoek ‘Energiearmoede in de warmtetransitie’ een verkenning van verschillende maatregelen en hun effect op energiearmoede en klimaatdoelen. 

Beleidsmaatregelen die zorgen dat woningen worden verduurzaamd, reduceren energiearmoede en hebben tegelijkertijd een gunstig effect op de warmtetransitie. Daarbij is het belangrijk dat wordt ingezet op een combinatie van subsidiëren, ontzorgen en dwingende maatregelen, specifiek om huishoudens met energiearmoede te bereiken. Voor een deel van de huishoudens is enkel verduurzaming echter niet de oplossing voor energiearmoede. Daar zijn inkomensmaatregelen nodig. 

Energiearmoede komt voor bij uiteenlopende groepen huishoudens en woningen 

Energiearmoede kan worden gemeten aan de hand van verschillende indicatoren. In dit onderzoek is ervoor gekozen om energiearmoede te meten met indicatoren die specifiek gericht zijn op betaalbaarheid, verborgen energiearmoede en meekomen met de warmtetransitie. Ten eerste is gekeken naar huishoudens waar de energierekening leidt tot een betaalbaarheidsprobleem. Daarvoor is gebruik gemaakt van het WoON-onderzoek van CBS en een combinatie van twee indicatoren: 
—  Hoge energiequote (EQ): de energierekening bedraagt meer dan 8% van het besteedbaar inkomen. In Nederland betreft dit 8,8% van de huishoudens (634.000). 
—  Betaalrisico (BR): een huishouden heeft, na het betalen van de energierekening en woonlasten, onvoldoende geld over voor de kosten voor levensonderhoud (zoals bepaald door het SCP). In Nederland betreft dit 5,5% van de huishoudens (bijna 400.000). 
Huishoudens met zowel een hoge energiequote als een betaalrisico hebben een betaalbaarheidsprobleem dat voor een significant deel veroorzaakt wordt door een hoge energierekening. Dit komt voor bij 3,3% van de huishoudens in Nederland (234.000 huishoudens).  

Verborgen energiearmoede

Energiearmoede is niet altijd te bestempelen als een betaalbaarheidsprobleem dat wordt veroorzaakt door een hoge energierekening. Sommige huishoudens schroeven (om financiële redenen) hun energiegebruik terug tot onder hun basisbehoefte. Dit wordt vaak verborgen energiearmoede genoemd omdat het niet direct meetbaar is: het werkelijke energiegebruik ligt laag en er is daardoor geen betaalbaarheidsprobleem of hoge energiequote. In dit onderzoek is een indicator ontwikkeld voor verborgen energiearmoede. Dit komt in Nederland voor bij circa 40.000 huishoudens. 

Verbeteren energie-efficiëntie als structurele maatregel, daarnaast verlichten van lasten voor risicogroepen

Om energiearmoede aan te pakken, kunnen overheden op drie sporen inzetten: 

—  Verduurzamingsmaatregelen verbeteren de energie-efficiëntie van woningen, waardoor structureel de energierekening daalt én tegelijk de warmtetransitie wordt vooruitgebracht. 
—  Daarnaast zijn er maatregelen die op huishoudenniveau de bewustwording vergroten en daarmee gemiddeld (beperkte) energiebesparing en kostenbesparing realiseren; dit kan via energiecoaches of energiedisplays. 
—  Ten slotte kunnen verlichtende maatregelen worden ingezet die zich enkel richten op de betaalbaarheid van de huidige situatie, ofwel gericht op de energierekening of sociale uitkeringen aan specifieke risicogroepen. Deze werken echter alleen zo lang de financiële ondersteuning duurt, en lossen het achterliggende probleem van hoge energielasten niet op, én brengen de warmtetransitie niet verder.  

Effecten op energiearmoede en energiebesparing

In dit onderzoek is een eerste selectie van mogelijke beleidsmaatregelen doorgerekend. Figuur 1 geeft de berekende effecten van deze voorbeeldmaatregelen op energiebesparing en energiearmoede weer. 

Figuur 1 – Effect van voorbeeldmaatregelen op energiebesparing en energiearmoede

De figuur laat zien dat sommige maatregelen het aantal huishoudens met energiearmoede verlagen, maar niet bijdragen aan klimaatdoelen. Andere maatregelen helpen de klimaatdoelen, maar lossen de energiearmoede niet altijd op. Daarom is een combinatie van maatregelen nodig. 

Verduurzamingsmaatregelen hebben zowel een effect op energiebesparing als op het tegengaan van energiearmoede. De kosten van deze maatregelen zijn weliswaar hoog, maar ze hebben een structureel, blijvend effect. Hier staat tegenover dat het effect op het aantal huishoudens met energiearmoede relatief beperkt is, omdat een deel van de huishoudens met energiearmoede in een woning met een redelijk of goed energielabel woont of een zodanig hoge energiequote en/of betaalrisico heeft, dat verduurzaming onvoldoende effect heeft. 

De grootste structurele verlaging van energiearmoede kan behaald worden als huishoudens met energiearmoede voorrang krijgen in de verduurzaming. Daarnaast kunnen energiecoaches en verlichtende maatregelen energiearmoede op kortere termijn verminderen.


Meer informatie bij Katja Kruit, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Het rapport is te downloaden van https://ce.nl/publicaties/energiearmoede-in-de-warmtetransitie-onderzoek-naar-beleidsinstrumenten/.