Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

In de huidige, derde fase van het Europees Emissiehandelssysteem (EU ETS) is er sprake van 'vluchtgedrag' van de grootste vervuilers. Dit ondanks het feit dat bedrijven in meer aan buitenlandse concurrentie blootgestelde sectoren meer emissierechten gratis krijgen.

Het EU ETS is het grootste internationale “cap-and-trade” emissiehandelssysteem ter wereld. In dit soort systemen wordt een limiet op het aantal toegelaten emissies (de cap) ingevoerd aan de hand van emissierechten die toelaten om 1 ton CO2 (of equivalente) emissies uit te stoten. Gezien het EU ETS een unilateraal systeem is waaronder enkel de EU 27, Noorwegen, IJsland & Liechtenstein vallen, heerst de vrees bij regulatoren dat een te streng systeem ervoor zou zorgen dat multinationals hun internationale investeringen in landen buiten de jurisdictie ervan zouden plaatsen. Dit is zowel economisch onwenselijk voor de EU aangezien zij investeringen verliezen evenals inefficiënt op het vlak van het bereiken van globale klimaatdoelstellingen. Deze investeringen zouden immers zorgen voor een verschuiving van emissies buiten het systeem (carbon leakage) in plaats van een vermindering hiervan.

Ondanks deze zorgen bij zowel regulatoren als academici, was er zowel gedurende fase 1 (2005-2007) als fase 2 (2008-2012) van het systeem weinig bewijs voor carbon leakage. Dit kan echter verklaard worden door de initiële overallocatie van emissierechten en bijhorende crashes van de koolstofprijs, wat het systeem relatief ineffectief maakte in zijn eerste fases. Desalniettemin steeg de prijs van emissierechten doorheen de derde fase (2013-2020) van €6,45 naar €32,57 per ton waardoor de totale waarde van ’s werelds grootste internationale emissiemarkt ongeveer 44 miljard bedroeg tegen het einde van 2020. Gegeven deze significante prijsstijging, werd niet-naleving van de vereisten van het EU ETS veel duurder voor bedrijven.

Onderzoekers van de KU Leuven bekeken daarom drie aspecten die een invloed op mogelijk vluchtgedrag van vervuilende bedrijven kunnen uitoefenen. Zo focusten ze in de regressieanalyse (Tabel 1) op de emissie-efficiëntie van de bedrijven in vergelijking met de concurrenten uit dezelfde industrie (CARBONCOST), het procentuele tekort aan emissierechten (ETC) en een classificatie door de Europese Commissie van industrieën die de kosten van het EU ETS niet kunnen doorrekenen aan hun klanten wegens intense competitie van buiten Europa (LEAKAGE). De resultaten tonen aan dat inefficiëntie (EXCESS) en een tekort aan emissierechten (SHORT) op zich geen redenen zijn voor multinationals om in lakse landen buiten het EU ETS te investeren, maar dat dit wel het geval is wanneer in Tabel 1 enkel (LEAKAGE) sectoren worden beschouwd waarin de vervuilers hun kosten niet kunnen doorrekenen aan hun klanten.

22 schoubben tabel

Tabel 1: Regressieanalyse van het vluchtgedrag

Deze resultaten wijzen op vluchtgedrag van de grootste vervuilers. Bovendien geven deze resultaten ook wat stof tot nadenken aan de beleidsmakers. Ondanks dat bedrijven in deze meer blootgestelde sectoren meer emissierechten gratis krijgen, blijkt dit nog altijd niet genoeg om hen te weerhouden van vluchtgedrag. Samengevat tonen onze resultaten de noodzaak voor een eenduidige globale benadering op vlak van milieuwetgeving om dit opportunistisch gedrag tegen te gaan.


Deze bijdrage is gebaseerd op het artikel: De Beule, F., Schoubben, F., & Struyfs, K. (2022). The pollution haven effect and investment leakage: The case of the EU-ETS. Economics Letters, 215, 110536. https://doi.org/10.1016/j.econlet.2022.110536. Bij vragen of opmerkingen kan u een email sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..