Deze website gebruikt analytische cookies om inzicht te krijgen in de populariteit van de aangeboden artikelen (webstatistieken). Persoonlijke gegevens van bezoekers worden niet vastgelegd.

Vergroening van de federale belastingen in België is mogelijk. In een recente studie van Transport & Mobility Leuven zijn enkele opties onderzocht.

Het huidige federale belastingstelsel in België geeft consumenten en bedrijven onvoldoende prikkels om hun consumptie van fossiele brandstoffen te verminderen. Zo wees de federale overheid recent nog op het bestaan van bijna 13 miljard euro aan subsidies voor fossiele brandstoffen in 2019. Dit omvat 11.2 miljard euro aan directe subsidies en 2.1 miljard euro aan indirecte subsidies (voornamelijk via bedrijfswagens). De studie van Tansport & Mobility Leuven (TML) voorziet in een brede revisie van de fiscaliteit in een driedelig scenario. Het eerste element is een hervorming van accijnzen in de lijn van de nieuwe Europese Belasting Richtlijn (EBR of ETD). Het tweede element bestaat uit het invoeren van een koolstofbelasting. Als laatste element stelt TML een aantal bredere maatregelen voor in verschillende sleutelsectoren in België (landbouw, industrie, circulaire economie, transport, financiën).

Om de noodzaak van de hervorming te illustreren, is een vergelijking gemaakt tussen de huidige accijnzen op energieproducten en hun maatschappelijke kosten (d.w.z. de schade voor de samenleving). Alles is omgezet naar energie-inhoud van de verschillende energiedragers (in €/GJ). De totale maatschappelijke kost wordt weergegeven door de hoogte van de balk in figuren 1 en 2. Het niveau van de huidige belasting wordt aangegeven met een horizontale markering, het minimumtarief voorgesteld door het EBR wordt aangegeven met een ruit.

22 ecofisc1

Figuur 1 : Vergelijking van de huidige accijns op verwarming met de maatschappelijke kosten op basis van de evaluatiestudie EBR (incl. kosten van luchtverontreiniging) en de externe koolstofkosten die gelijk zijn aan 250 €/tCO2 , bron: EC (2021d) & eigen berekeningen

22 ecofisc2
Figuur 2 : Vergelijking huidige accijns op vervoer met maatschappelijke kosten op basis van CE Delft (2019), EC (2021) & Heyndrickx et al (2021) externe kosten van koolstof gelijk aan €250 /tCO2 , eigen berekeningen

Bovenstaande figuren tonen aan dat zowel de huidige accijns als het voorgestelde minimum tarief in het EBR, ruimschoots onvoldoende zijn om de maatschappelijke kosten van ons energiegebruik te compenseren. Dit geldt vooral voor brandstoffen gebruikt voor verwarming en industrie.

Daarom stellen de auteurs voor om, in de lijn van ons omliggende landen, een koolstofbelasting in te voeren. Ze bekijken de impact van zo een belasting van € 20/ton CO2 op de korte termijn (2023) en € 70/ton op de middellange termijn (2030). De verwachte belastingopbrengst is respectievelijk 860 miljoen euro in 2023 en 1,9 miljard in 2030. In een gevoeligheidsanalyse zijn ook de belastinginkomsten berekend van een koolstofprijs van € 100 /tCO2 in 2030. Dit zou leiden tot een inkomst van 2,57 miljard euro. Daarnaast zijn verschillende opties om de belastinginkomsten te herverdelen beoordeeld. Hierbij zijn een belastingkrediet, een verlaging van de belastingen op arbeid en een permanente verlaging van de btw op elektriciteit naar 6% met elkaar vergeleken.

22 ecofisc1

Figuur 3: Emissiereductie in verschillende koolstofbelasting scenario’s (bron: eigen berekening TML)


Alles samen leidt de voorgestelde koolstofbelasting tot emissiereducties tussen 3% en 14% ten opzichte van het referentiescenario (zonder lange termijn stijging of daling in emissies). Dit is aanzienlijk, maar niet genoeg om de Europese doelstellingen onder 'Fit for 55' te bereiken. Deze vraagt immers een reductie van 55% van de emissies tegen 2030. Bijkomende maatregelen of een substantieel hogere prijs van koolstof van €200-€300 / tCO2 zijn nodig om deze streefcijfers te halen. De invloed van de huidige energiecrisis werd hier echter wel niet in meegenomen.

De overheid staat bij het gebruik van de koolstofbelastingsinkomsten voor een moeilijke afweging. Lagere belastingen op arbeid zijn beter voor het BBP en verkleinen de economische kost van de belasting. Anderzijds verhoogt dit de inkomensongelijkheid. De auteurs adviseren om althans een deel van de opbrengsten te herverdelen op huishoudniveau, met speciale aandacht voor de armste 20% huishoudens in de samenleving. Een permanente verlaging van de btw op elektriciteit tot 6% wordt eerder negatief beoordeeld. Deze zou op termijn bijna alle beschikbare inkomsten uit de koolstofbelasting opslokken, met relatief weinig sociale of economische meerwaarde.

Als bijkomende vergroeningsmaatregelen werden onder andere bekeken: een belasting op pesticidegebruik, een hogere BTW op vleesproducten, een hogere taks op vliegtickets, een afschaffing van het fiscaal voordeel op bedrijfswagens, een belasting op drankverpakking en fiscale incentieven voor ‘groene’ obligaties.


Voor de gedetailleerde impact van deze maatregelen verwijzen we graag naar het rapport. Bij vragen kan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. worden gecontacteerd.

Ga direct naar alle artikelen over:

nME icon overheid groot 3d4

Overheid

nME icon bedrijfsleven2 groot

Bedrijfsleven

nME icon onderzoek groot

Onderzoek

nME icon opinie2 groot

Opinie en debat